Maandag 27 december 2004

Om 09.00 uur werden we bij het hotel opgehaald door onze chauffeur en bijrijder. Deze beide heren zouden ons de komende twee weken begeleiden tijdens onze rondreis door Rajasthan.

We begonnen onze trip met een stadstour door met name oud-Delhi. Onze eerste stop was bij de Jama Mashid moskee. Dit is de grootste moskee van India en was tegen een kleine vergoeding voor camaragebruik te bezichtigen. Voor de eerste (maar zeker niet de laatste keer deze vakantie) moesten de schoenen uit en konden we over de met duivenpoep bezaaide tegels binnen de muren rondkijken.

Na dit bezoek werden we afgezet bij Rajghat. Dit is de plaats waar Mahatma Gandhi werd gecremeerd. Nu is het een plaats waar Gandhi wordt herdacht en waar jaarlijks vele duidenden komen om hem te eren.

Tot slot van onze stadstour werden we naar Humanyuns Tombe gebracht. Dit mausoleum voor koning Humanyun is een schitterend gerestaureerd gebouw dat als voorbeeld gediend zou hebben voor de ontwerper van de Taj Mahal. In het gebied er omheen lagen enkele gebouwen die nog gerestaureerd werden. Gezien het tempo waarmee de steenhouwers bezig waren, kan het nog wel een tijdje duren voordat ze daarmee klaar zijn. Net als op vele andere plaatsen tijdens onze trip moest ook hier voor het gebruik van een videocamera betaald worden. De bedragen waar het om gaat zijn niet zo hoog als in Egypte maar het principe vind ik nog steeds belachelijk. Eerst betaal je entreegeld en dan betaal je nog eens extra voor het gebruik van foto- en/of videocamera. Rare jongens die Indianen….

Voor de lunch werden we door onze chauffeur afgezet bij een toeristisch eettentje waar we wat loempia’s gegeten hebben. Daarna hebben we buiten nog wat foto’s gemaakt van de plaatselijke slangenbezweerder. Vervolgens zijn we via de India Gate en het parlementsgebouw vertrokken richting Dundlod. Over de belabberde Indiase wegen duurde het toch nog best lang om de 250 kilometer tussen Delhi en Dundlod af te leggen. Aangezien het rond zes uur donker werd en onze chauffeur de weg in het donker niet zo goed kende, reden we enkele malen verkeerd en waren we uiteindelijk pas om half negen in ons hotel. In het tot hotel omgebouwde fort hebben we vervolgens onze kamers gezocht. Deze bleken allemaal anders te zijn ingericht. Het enige wat in alle kamers hetzelfde was, was het waardeloze bed. Een matras van 4 centimeter dik op een ondergrond van planken is niet erg comfortabel. Onze kampeermatjes in Afrika waren beter. Verder waren er wat probleempjes met de elektriciteit. Op alle kamers stonden kaarsen en deze waren wel nodig ook. Tijdens het eten viel de verlichting uit en ook daarna zaten we regelmatig zonder stroom. Het diner werd opgediend in de eetzaal en was goed te eten. Het enige minpunt was dat de baas van het hotel ons als een zombie de hele tijd op de vingers stond te kijken. Verder waren we enige gasten in het hotel dus hij had ook niets beters te doen.