11 augustus 2004 Merida – La Asequia
Met
twee busjes vertokken we in alle vroegte naar de Llanos. Onderweg werd er
ontbeten in een leuk wegrestaurantje. Tim had nog niet echt honger a.g.v. het
slikken van zijn eerste tabletje Malarone. Na wat informatie te hebben
ingewonnen over het voorkomen van malaria in Venezuela heeft hij maar besloten
verder af te zien van het slikken van de pillen en thuis maar eens verder te
experimenteren.
Na het ontbijt werd er nog gestopt bij een leuk kerkje in
San Rafael. Deze privé-kerk was gebouwd door Juan Félix Sánchez en hij en zijn
vrouw liggen hier ook begraven. Daarna gingen we over een pas van 3500 meter en
boven hebben we nog even rondgekeken bij enkele meertjes. Volgens onze gids liep
daar ook precies de scheiding tussen twee continentale aardplaten.

Na het zoeken van vlinders (onze gids was een vlinderoloog)
verlieten we de Andes en gingen we voorzichtig de Llanos in. Deze vlakte omvat
een groot deel van Venezuela en is net zo vlak als Nederland en wordt vooral
gebruikt voor veeteelt. Daarnaast leven er veel verschillende diersoorten
waaronder anaconda´s, kaaimannen, piranha´s en capibara´s. De eerste dag in dit
gebied hebben we alleen vogels en vlinders gezien.
Na aankomst in ons overnachtingskamp werd er geluncht en
daarna werd er geraft. Petra paste de omgekeerde Zambezi-techniek toe en ging
dus op het laatste moment NIET mee. Ze heeft niet veel gemist. De
stroomversnellingen stelden niets voor maar de andere activiteiten onderweg
waren wel leuk. Er werd wat van rotsen gesprongen, in de sterke stroming
gedreven en met de rafts werd wat gehelicopterd (met de neus van de boot omhoog
rondjes draaien totdat de boot omkiept). Onze bootsman was overigens de
Nieuw-Zeela nder
waar
we
in Merida enkele dagen eerder in een lunchroom mee hadden zitten praten. De
terugtocht ging ook per boot maar dan achterop een gecharterde pick-uptruck
aangezien onze ophaalbus niet kwam opdagen. Zo konden we wel mooi vogels kijken.
Overnacht werd er in een grote slaapzaal met stapelbedden.
De spiralen van die bedden waren zo slap dat je het idee had dat je in een
hangmat lag.

12 augustus 2004 La Asequia –
San Vicente
Na
en tocht over de belabberde wegen, waarbij we regelmatig stopten voor het
bekijken van vogels, vlinders, piranha’s e.d. kwamen we in San Vicente aan. Na
het omkleden gingen we meteen de boot in voor een paar uurtjes beestjes kijken.
Na een kwartiertje varen kregen we een tropische stortbui over ons heen. In
eerste
instantie dachten we er genoeg aan te hebben om een regenjas aan te doen en de
raincovers om de rugzakken te doen. Helaas stond na enkele minuten het water in
de boot zo hoog dat de rugzakken toch nat werden. Ook de bergschoenen stonden
intussen vol met water en dus werd er richting vaste wal gestuurd. Daar hebben
we bij een boerenfamilie het einde van de bui maar afgewacht. Na dit bezoek van
een minuut of tien aan een authentieke woning bleek er water in de videocamera
gekomen te zijn en konden de zoetwaterdolfijnen dus niet gefilmd worden. Na een
uurtje zonnen was het water gelukkig verdampt en kon er weer gefilmd worden. Zo
konden de leguanen en kaaimannen die de boot binnengehaald werden toch mooi
worden vastgelegd.

Na enkele uurtjes dobberen op de Rio Apure en zijrivieren
daarvan ging de zon onder en kon er gezocht worden naar Anaconda’s en
kaaimannen. Met sterke schijnwerpers werd het wateroppervlak en het struikgewas
gescand voor rode oogjes. Uiteindelijk werden enkele kaaimannen gespot en er
werd er ook één gevangen. Weliswaar een kleintje maar toch…..
Verder hebben we veel vogels gezien (reigers, ara’s,
hoatzins etc.) en toen de zon begon onder te gaan zag je overal de leguanen hoog
in de bomen klimmen om de laatste zonnewarmte voor de nacht op te slaan.
Na terugkomt in San Vicente werd er nog een diner genuttigd
(voor de afwisseling weer eens kip L)
en daarna zocht iedereen vrij vroeg z’n hangmat op. Deze keer waren de
hangmatten voorzien van muskietennetten. Dit was wel nodig ook want het stikte
van het ongedierte en er vlogen zelfs vleermuizen rond in de slaapzaal.
13 augustus 2004 San Vicente – San Fernando d’
Apure

In alle vroegte gingen we weer op pad. Hoewel het allemaal openbare weg was,
schoot het niet erg op aangezien we steeds om grote gaten heen moesten
manoeuvreren. Je zou niet zeggen dat de weg pas vier jaar oud was. Allen, onze
gids in de Llanos legde uit waarom de kwaliteit zo geweldig is.
Er moet een weg worden
aangelegd en dat wordt dus aanbesteed. Er wordt een offerte gevraagd bij
verschillende bedrijven.
Japanners: 3 miljoen dollar: 1 miljoen voor grondwerk, 1 miljoen voor
materiaal en 1 miljoen voor arbeidskosten.
Duitsers: 6 miljoen dollar: 2 miljoen voor grondwerk, 2 miljoen voor
materiaal en 2 miljoen voor arbeidskosten.
Venezolanen: 9 miljoen: 3 miljoen voor jou, 3 miljoen voor mij en 3 miljoen
voor de Japanners om de weg aan te leggen.
Dus krijgen de Venezolanen de opdracht en leggen de Japanners met inferieur
materiaal de weg aan.

Na een gamedrive
van enkele uren waarbij we behalve veel vogels ook enkele capibara´s en wat dode
anaconda´s gezien hebben, werden we overgedragen aan onze nieuwe chauffeurs.
Deze brachten ons in enkele uren naar een smerige, stinkende stad: San Fernando
d´Apure. Het hotel was slecht: kakkerlakken en een airco die zoveel lawaai
maakte dat het leek op een tropische stortbui op een dak van golfplaten. Ook het
eten in de enige eetgelegenheid die in de buurt te vinden was, was niet
geweldig. Gelukkig waren we er maar voor één nachtje en dan ook nog maar een
zeer kort nachtje want om 04.30 uur vertrokken we al weer richting Ciudad
Bolivar.
|