Home
Heenreis
Okavango
Moremi - Savuti
Chobe
Victoria Falls
Zimbabwe
Mozambique
Terugreis
Home Petra en Tim

10 augustus 2002                  Bvumba – Vilanculos

Vandaag was onze langste reisdag van deze rondreis. We zijn 12 uur onderweg geweest om van Bvumba in Vilanculos te komen. Twee uur hiervan waren nodig om de grenzen van Zimbabwe en Mozambique te passeren. De douane formaliteiten in Zimbabwe leken snel afgehandeld te worden. Pas bij de slagboom gingen ze moeilijk doen. Laban had een stempel te weinig op zijn papiertje en vervolgens werd steekproefsgewijs de hele bagage gecontroleerd. Ze waren met name geďnteresseerd in de tassen die onderop en in de aanhanger lagen. Deze moesten dus tevoorschijn gehaald worden en ze werden ook opengemaakt en doorgespit. Uiteindelijk was alle oké en mochten we de grens over. Voor het hek stonden vele Mozambicanen die de grens over wilden maar niet mochten.

In Mozambique moesten we weer papieren invullen en toen bleek dat het in Nederland aangeschafte visum van $40,- nog niet voldoende was om het land in te mogen. Iedereen moest nog 2˝ dollar betalen voor.....?

Toen ook deze formaliteiten afgehandeld waren en onze paspoorten weer waren voorzien van nieuwe stempels werd het tijd om was geld te scoren. De handelaren liepen gewoon rond het douanegebouw dus dat was geen probleem. Eén van deze jongens werd in de bus gelaten en toen kon het onderhandelen over de koers beginnen. Buiten had hij ons 35000 geboden maar binnen wilde hij ineens niet verder gaan dan 23000. Na lang praten zei hij toch 35000 te willen geven. Toen de eerste dollars echter gewisseld werden, bleek hij toch maar 23000 te tellen. Met enige dwang is deze oplichter vervolgens de bus uitgegooid en vervolgens werd er een binnengelaten die 24000 meticais voor 1 US dollar wilde geven. Het wisselen ging vervolgens volgens een bepaald ritueel aan de gang. Het geld werd eerst geteld door de handelaar, daarna door Laban, Justin en Ben en vervolgens overgedragen aan de koper. Deze overhandigde vervolgens zijn dollars aan Ben, die ze met Laban en Justin uittelde voor de handelaar die ze vervolgens zelf nog een keer natelde.Voordat we op weg konden, moest onze handelaar zijn voorraad drie keer aanvullen en dat kostte hem steeds meer moeite aangezien zijn collega’s niet blij waren dat hij hun had afgetroefd. Uiteindelijk was alles in orde en konden we onze reis vervolgen. De weg was af n toe afschuwelijk slecht en de snelheid lag dus niet erg hoog. Toen het donker werd, schot het ook niet op want de weg wordt ook gebruikt door fietsers en wandelaars en af en toe staan er verlaten auto’s op de rijbaan. Uiteindelijk waren we om half negen in Vilanculos. Daar werd eerst gegeten in een goed restaurant en daar werden ook de regelingen getroffen voor ons bezoek aan de eilanden. Onze contactpersoon is David; een vage hippiefiguur.

Na het eten werd de camping opgezocht en werden in het donker de tenten opgezet.

11 / 12 augustus 2002           Benguera-island

Om acht uur vertrokken we per traditionele Dhow naar Benguera-island. Dit is één van de vijf eilanden van de Bazaruto-archipel die ongeveer 10 km uit de kust bij Vilanculos ligt. Aangezien het niet waaide, werd de buitenboordmotor gebruikt en na anderhalf uur kwamen we aan bij Gabriëls Camp. Aangezien het eb was, moesten we nog eerst een stuk door het water waden met onze bagage voordat we aan land konden. Op de camping (een stuk strand met een hek erom) werden de tenten opgezet en na een kort bezoekje aan de zee was het tijd voor de lunch. Deze bestond uit warme en koude salade en krab. We moesten wel zelf het vlees uit de schaal zien te halen. Ondanks de nodige snijwondjes aan de handen lukte dit uiteindelijk best aardig.

De rest van de middag hebben we doorgebracht op strand. De zee was aan het begin van de middag erg ver weg (~600 meter) maar kwam later snel dichterbij. ’s Avonds was er inktvis met een lekkere saus en daarna hebben we nog een strandwandeling gemaakt.

De volgende morgen zijn we na het ontbijt met de dhow naar het two-mile-reef vertrokken. Daar hadden we anderhalf uur de tijd om te snorkelen. Het koraal was niet van bijzondere kwaliteit maar de vele gekleurde vissen maakten het toch zeer de moeite waard. Na het snorkelen zijn we Bazaruto-island gaan lunchen. De tonijn werd ter plekke gefileerd en klaargemaakt. ’s Middags was er nog gelegenheid om te snorkelen rond het eiland en aan het einde van de middag waren we terug op Gabriëls Camp. Ik was ondertussen wat misselijk en had het idee dat ik een lichte zonnesteek had. Ik ben dan ook nog voor het avondeten naar bed gegaan in de hoop dat het de volgende dag beter zou gaan.

  

13 augustus 2002                  Vilanculos – Maxixe

Helaas ging het de volgende dag niet beter. Niet dat ik echt ziek was maar erg prettig voelde ik me nu ook weer niet. Dit heeft overigens de rest van de vaknatie geduurd. Misschien dat het toch de bijwerkeingen zijn van de Malarone of een darminfectie die niet door wilde zetten.

Na het ontbijt vertrokken we veel te laat van Benguerra-island. David had zich weer eens niet aan zijn afspraak gehouden en dat betekende dat we het geplande bezoek aan Inhambane in de middag konden vergeten. De boottocht naar Vilanculos duurde ruim twee uur maar werd opgeluisterd door het spotten van enkele dolfijnen. Uiteindelijk konden we om 12.00 uur onze rondreis vervolgen. David heeft zich helaas niet meer laten zien. Dat was voor hem ook beter want er waren enkele mensen die nog een appeltje met hem te schillen hadden....

In Vilanculos werd eerst nog gestopt bij een supermarkt. We werden daar meteen belaagd door de plaatselijke jeugd. Ze wilden geld, sigaretten, zonnebrillen en pennen van ons hebben. Ook wilden ze ons schelpen verkopen. Er waren prachtige exemplaren bij maar invoer in Nederland is strafbaar dus je hebt er niets aan. Verder wilden ze graag dat onze chauffeur terug ging naar Zimbabew om ‘The Basterd Mugabe’ af te schieten. De jeugd van 10 – 15 jaar houdt zich hier dus al met politiek bezig.

De rit naar Maxixe was verder schitterend. De Mozambiqaanse natuur met vele palmboombossen is prachtig. Zeker als je vanaf een heuveltop omlaag kijkt en de weg als een rechte streep door de bossen ziet gaan. Langs de weg zie je overal hutjes en mensen. Het leven speelt zich hier echt af langs de grote weg. Ik vraag me af hoe het land er uit ziet als je enkele kilometers verder het binnenland inkomt.

Aangezien we erg laat op de camping aankwamen, was er geen tijd meer om ze boot naar Inhambane te pakken. We hebben dan ook afgesproken dat we morgenochtend eerst Inhambane bezoeken en daarna pas doorreizen naar Maputo.

Petra heeft ook nog even naar huis gebeld. Voor slechts €5,- per minuut is iedereen weer gerustgesteld.

14 augustus 2002                  Maxixe – Maputo

Om acht uur vertrokken we per boot naar Inhambane. We werden met 11 man in een klein boortje gepropt en vervolgens werden er nog eens een stuk of 12 anderen bij geduwd. Daarna dobberden we, aangedreven door een buitenboordmotor die het werk eigenlijk niet aankon, naar de andere kant van het water.

In Inhambane hadden we vervolgens 2˝  uur de tijd om rond te kijken. Dit was een beetje overdreven. Het was een leuk stadje dat er vroeger, onder Portugees bestuur, leuk moeten hebben uitgezien. Nu was van de glorie niet veel meer over. We hebben een uurtje rondgezworven door de straatjes, de oude en de nieuwe moskee bekeken, de lokale markt bezocht, op een terrasje gezeten en wat boodschappen gedaan.

 

             

Daarna zijn we lekker op een bankje op de ‘boulevard’ gaan zitten. Daar kwamen op een gegeven moment allemaal kleine jongetjes voorbij die net uit school kwamen. Netjes in uniform, tasje met boeken en ...... een kleine tuinstoel!!

Om 11 uur ging de reis verder naar Maputo. Onderweg dezelfde uitzichten als de vorige dag en ook de kwaliteit van de weg was onveranderd. Om 19.00 uur kwamen we uiteindelijk in Maputo aan. In het Backpackers hostel hadden ze twee tweepersoonskamers en de rest moest op de slaapzalen de nacht doorbrengen. Er waren echter twee stellen die het te klein, te vies etc. vonden en er wel $80,- per nacht voor over hadden om in het Monte Carlo hotel (*****) te overnachten. Zo hadden wij dus mooi een ruime kamer in het hostel.

Na het douchen werd er gezamenlijk gegeten bij Mimmo’s pizzeria

15 augustus 2002                  Maputo

Eindelijk weer een vrije dag.

Na uitgeslapen te hebben een snel ontbijtje en daarna op pad. Eerst zijn we op zoek gegaan naar een pinautomaat. Toen deze niet bleek te bestaan hebben we maar gewoon wat dollars omgewisseld. De koers bleek nog gunstiger dan we aan de grens hadden gekregen.

Daarna was het tijd om weer eens een berichtje naar de thuisblijvers te sturen. Voor slechts 40.000MT (€1.65) mochten we een uur internetten. We weten dus wat voor weer het thuis gaat worden als we terugkomen en dat de helft van centraal-europa onderwater staat.

Na een bezoek aan enkele kleine markten kwamen we enkele groepsleden tegen. Ook zij hadden nog geen houtsnijwerk gezien. In Café Continental hebben we enkele vette broodjes met suiker gegeten maar die vielen bijzonder zwaar. Ik was daarna flink aan de diaree. Vervolgens werd een bezoekje gebracht aan het enige gebouw dat de moeite van het bezichtigen waard was: het station.

             

Op de terugweg werd mij nog door twee politieagenten gevraagd of Petra bij mij hoorde. Toen ik daarop bevestigend antwoordde, werden de duimen opgestoken!!!

Onderweg hebben we in een winkeltje nog een ketting voor Petra gekocht. Daar werden we ook aangesproken door de eigenaar van de winkel die graag wilde weten waar we vandaan kwamen. Holland kende hij wel: Amsterdam, Friesland, koud. Ook wist hij ons te vertellen dat het in Europa op dit moment slecht weer was en dat half Europa onderwater stond.

Bij café Continental hadden we eerder enkele mooie maskers gezien die we wel wilden hebben. Voor een leuk prijsje hebben we die verschillende maskers meegenomen.

Aangezien ik me niet meer erg lekker voelde, zijn we maar teruggegaan naar het hostel. We hadden de belangrijkste dingen toch wel gezien en we wilden absoluut binnen zijn voordat het donker werd!

’s Avonds hebben we nog een keer mij Mimmo’s gegeten. Hier stikte het van de blanken en de toeristen dus moest het eten wel goed zijn.