|
Vrijdag 21 juli 2006 Vandaag vroeg op pad om panda’s te kijken in het Pandafokcentrum. Aangezien de dieren rond half tien gevoerd worden en ze daarna alleen maar liggen en slapen, moesten we er dus op tijd bij zijn. Per taxi werden we netje voor de deur afgezet en na een kaartje gekocht te hebben, zijn we snel richting pandaverblijven gesneld. Al snel kwamen we er achter dat we buiten geen reuzenpanda’s zouden vinden. De dieren schijnen niet zo goed tegen de warmte te kunnen en dus werden ze binnen gehouden. Daar was airconditioning en er lagen grote blokken ijs waar de dieren op konden liggen. We konden ze dus wel bekijken maar alleen vanachter de tralies. Jammer maar het waren toch leuke dieren om te zien.
Na het bezoek aan een tiental reuzenpanda’s in hun kooien kwamen we uit bij de kleinere Rode panda’s. In tegenstelling tot hun grotere soortgenoten waren zij wel buiten actief. Je kon zien dat ze het warm hadden maar toch waren ze nog behoorlijk beweeglijk. We hebben toch snel een uur bij deze panda’s rondgehangen en veel foto’s en film geschoten.
Na ook het museum, de film en de jonge reuzenpanda’s bekeken te hebben, waren we om 13.00 uur weer buiten het park. Daar werden we meteen aangesproken door enkele privé-chauffeurs. Wij wilden echter liever een officiële taxi maar die weigerde ons, na een babbeltje met de andere chauffeurs, naar de stad te brengen. Uiteindelijk zat er dus niets anders op dan maar zo’n privé-taxi te nemen. Na onderhandeling bleek het zelfs goedkoper dan de taxi die we ’s morgens hadden. We werden zelfs netjes op de plaats afgezet die was afgesproken.
We stonden toen midden in het centrum van de stad bij het standbeeld van Moa. Na hiervan een foto gemaakt te hebben, zijn we snel op weg gegaan naar een plek om te schuilen want er kwam een flinke onweersbui aan. Terwijl de eerste druppels al vielen, vonden we een leuk restaurant waar we voor de raam vanaf de tweede verdieping konden zien hoe een plensbui de straten blank zette. Na het eten hebben we het centrum nog wat verkend en omdat we nog steeds geen idee hadden waar ons hotel lag, hebben we daarna maar weer een taxi genomen. Uiteindelijk bleek dat we dat stukje ook best hadden kunnen lopen. Bij een informatiecentrum hebben we vervolgens nog uitgezocht hoe we het gemakkelijkste naar Leshan konden komen voor ons bezoek aan de Grote Boeddha. Zaterdag 22 juli 2006 Na op het Xin Nan Men een kaartje gekocht te hebben voor de bus werden we in een prima touringcar over een uitstekende snelweg in een kleine twee uur naar Leshan gereden. Daar werden we doorverwezen naar bus 13 en voor 1 ¥ p.p. werden we naar het Oriental Buddha Park gebracht. Dit is een park met heel veel boeddhabeelden dat is aangelegd om mee te liften op de populariteit van Dafó (De grote boeddha). Als argeloze toeristen hebben we maar een kaartje gekocht en hebben we een hele tijd rondgedwaald door het mooi aangelegde park.
Het was zwaar bewolkt maar wel erg warm en vochtig: zweten dus! Na weer een steile trap bedwongen te hebben naar weer een groot beeld, ging het door het bos richting grote boeddha.
Dafó is het standbeeld van een zittende boeddha en het is helemaal uitgehakt uit de rotsen. Het beeld is 71 meter hoog en zou daarmee de grootste boeddha ter wereld moeten zijn. Het 14,7 meter grote hoofd hebben we van dichtbij gezien. Voor de rest van het beeld moest je langs het beeld met de trap naar beneden. De wachttijd voor die trap was ongeveer drie uur. Daar hadden we dus geen zin in (en tijd voor) en daarom hebben we maar een boottochtje op de rivier gemaakt. Daarbij werd er enkele keren vlak langs het beeld gevaren zodat je er toch mooie foto’s van kon maken.
Aangezien we niet wisten op welk busstation we aangekomen waren en we bus 13 nergens konden vinden, hebben we maar een taxi genomen naar één van de busstations die in de Lonely Planet stonden. Het was weliswaar niet het station dat we zochten maar er vertrokken wel bussen naar Chengdu. In dit geval geen luxe touringcar maar gewoon een lokale bus die bij ons tien jaar geleden al niet meer door de APK-keuring gekomen was. We reisden nu wel nog goedkoper dan ’s morgens dus konden we bij aankomst in Chengdu mooi nog een taxi naar het hotel betalen. ’s Avonds hebben we in het restaurant van het hotel gegeten. Het was niet druk dus kregen we de volle aandacht van het personeel. Alles werd voor ons opgeschept en ingeschonken dus het enige wat we nog hoefden te doen was het eten met stokjes naar onze mond te brengen en het vervolgens op te eten. De gerechten waren wel in de Sichuan-stijl en dat wil dus zeggen dat ze behoorlijk pittig waren. Gelukkig was er ook rijst en wat groente met ei en tomaten om het een beetje te neutraliseren. Zondag 23 juli 2006 Na weer eens lekker uitgeslapen te hebben, hebben we laat uitgecheckt en wilden we darna onze bagage weer bij het hotel in bewaring geven. Daar gingen ze ineens moeilijk doen. Hun bagagedepot zou vol zin dus we moesten alles maar mee nemen. We hebben toen een tijdje moeilijk staan doen en toen bleek er ineens toch nog wel een hoekje vrij te maken te zijn. Onze eerste stop was bij de tombe van Wang Jian. Het is de enige bovengrondse grafkamer in China en hij is versierd met beeldhouwwerken van 24 muzikanten.
We hebben daar een half uurtje rondgekeken en daarna hebben we ons naar de Boeddhistische Wenshu-tempel laten brengen. Deze was wel weer de moeite waard. De gebouwen waren mooi bewerkt en er stonden mooie beelden. De tuinen er omheen hadden betere tijden gekend.
Na een lekker etentje hebben we in een internetzaal met wel 100 computers een uurtje zitten internetten en daarna zijn we naar het vliegveld vertrokken. Daar bleek echter op een gegeven moment dat onze vlucht een uurtje of wat vertraagd was. We kregen wel een bakje rijst met vlees en groenten zodat we geen honger hoefden te hebben. De rest van de tijd hebben we wat zitten lezen en hebben synchroon schoonspringen zitten kijken. Toen we eenmaal weg mochten, ging het ineens ook heel snel. Een kwartier nadat we de oproep kregen om in de rij te gaan staan, stond het vliegtuig al op de startbaan. Om half negen vertrokken we uit Chengdu en om half tien landen we in Lijiang. Ook daar ging alles heel snel en na twintig minuten zaten we al weer in de bus op weg naar de stad. Daar werden we bij een busstation gedropt en konden we per taxi verder. De chauffeur had geen idee waar hij ons hotel moest zoeken en heeft het dus twee keer na moeten vragen aan voorbijgangers. Uiteindelijk werden we toch netjes voor de deur afgezet. Voor het eerst moesten we in het hotel allerlei papieren invullen maar ook dat was zo gebeurd. |